Gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging): normen 2018

Als u recht hebt op een tegemoetkoming in de advocaatkosten geldt: hoe hoger uw inkomen is, hoe hoger uw eigen bijdrage is, dus hoe meer u zelf moet betalen. Bij de beoordeling van uw aanvraag om een bijdrage in de kosten (deze zal uw advocaat voor u indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand), gaat de Raad uit van uw inkomen en vermogen van twee jaar vóór het huidige jaar (dus voor een aanvraag in 2018 is het peiljaar 2016). De gegevens krijgt de Raad van de Belastingdienst. U heeft geen recht op een tegemoetkoming wanneer uw verzamelinkomen hoger is dan € 26.900 (voor alleenstaanden) of  € 38.000 (voor gehuwden, samenwonenden of eenoudergezin met minderjarig kind) of uw vermogen boven het vrijgestelde bedrag van € 24.437. Doet u geen belastingaangifte, dan wordt uitgegaan van uw belastbare inkomen.

 
Eigen bijdrage in het personen- en familierecht

In het personen- en familierecht gelden aparte eigen bijdragen:

Alleenstaand Normen 2018 Gehuwd, samenwonend of eenoudergezin
Fiscaal jaarinkomen in het peiljaar Eigen Bijdrage Fiscaal jaarinkomen in het peiljaar
t/m € 19.100 € 340 t/m € 26.500
€ 19.101 – € 19.800 € 412 € 26.501 – € 27.500
€ 19.801 – € 20.800 € 566 € 27.501 – € 28.800
€ 20.801 – € 22.700 € 720 € 28.801 – € 32.100
€ 22.701 – € 26.900 € 849 € 32.101 – € 38.000
Boven de € 26.900 Aanvrager komt niet in aanmerking voor een toevoeging Boven de € 38.000

Verlaging van de eigen bijdrage: Laat uw financiële situatie in 2018 niet toe dat u de vastgestelde eigen bijdrage op basis van het inkomen in het peiljaar kunt betalen? Dan komt u wellicht in aanmerking voor verlaging van de vastgestelde eigen bijdrage naar een lager bedrag.

Korting: Wanneer het Juridisch Loket (telefoonnummer: 0900 – 8020) een diagnosedocument heeft opgesteld en de Raad een toevoeging verleent, krijgt u een korting van € 53,- op de eigen bijdrage.

Vermogenstoets: Er bestaat geen recht op gesubsidieerde rechtsbijstand als het vermogen in box 3 in 2015 (het peiljaar) hoger is dan het van toepassing zijnde heffingsvrij vermogen.

  Vrijgesteld per persoon
2016 (het peiljaar) € 24.437

 

Resultaatsbeoordeling en intrekking toevoeging: Als na afloop van de zaak blijkt dat het resultaat van de zaak voor u meer bedraagt dan de helft van het heffingsvrij vermogen, wordt uw toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand met terugwerkende kracht ingetrokken. Het resultaat van de zaak is het nettobedrag dat u ontvangt, bijvoorbeeld van uw ex-partner wegens overbedeling bij echtscheiding of uit de opbrengst van de verkoop van de echtelijke woning. De maandelijkse alimentatie wordt niet beschouwd als resultaat van de zaak. Wel de verkoopopbrengst van een woning die nog niet direct is verkocht of waarvan u een aandeel in de overwaarde pas over enkele jaren zult ontvangen.

Bij de resultaatsbeoordeling wordt voor de hoogte van het heffingsvrij vermogen uitgegaan van het jaar waarin de zaak eindigt. Daarvan is dus de helft (50%) vrijgesteld. In 2018 is het heffingsvrij vermogen € 30.000,- per volwassene. De helft hiervan is € 15.000.

Meer informatie vind u op de website van de Raad voor Rechtsbijstand of u kunt contact met ons opnemen.

Indexering alimentatie 2018 vastgesteld op 1,5%

Indien de te betalen bijdrage niet wordt verhoogd met het indexeringspercentage, heeft de alimentatiegerechtigde de mogelijkheid om deze verhoging met terugwerkende kracht, tot 5 jaar terug, te incasseren. Indien de indexering enkele jaren niet wordt nageleefd, kan dit dus tot een hoge vordering leiden. De alimentatiegerechtigde heeft niet de plicht om de alimentatieplichtige erop te wijzen dat de indexering moet worden toegepast. De alimentatieplichtige moet dus zelf, ook indien hij daartoe geen verzoek heeft ontvangen, de te betalen bijdrage met ingang van 1 januari verhogen.

 

Indexering 2007-2017 in percentages

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
1,8 2,2 3,9 2,3 0,9 1,3 1,7 0,9 0,8 1,3% 2,1%

 

Wilt u weten of voor uw situatie de kinderalimentatie en/of partneralimentatie nog wel up-to-date is? VZ Advocaten biedt u de mogelijkheid om uw alimentatie te laten herberekenen en een schriftelijk advies te krijgen voor een vast bedrag van slechts € 275,- (excl. btw). Neem voor meer informatie hierover contact met ons op.

Huwelijksrecht (gemeenschap van goederen) grondig vernieuwd

Met een nipte meerderheid nam de Eerste Kamer dinsdagmiddag het wetsvoorstel aan waarmee de reikwijdte van trouwen in gemeenschap van goederen wordt beperkt. Daarmee kan de oude wet, die dateert uit 1838, eindelijk worden vervangen. 

‘Een bijzonder moment,’ noemt advocaat en docent aan de VU Bart Breederveld het moment vlak na de stemming in de Eerste Kamer. Afgelopen jaren was hij nauw betrokken bij de totstandkoming van het initiatiefwetsvoorstel Beperking wettelijke gemeenschap van goederen. Met slechts één stem verschil haalde het wetsvoorstel een meerderheid in de Eerste Kamer.Deze wet houdt een stelselwijziging in op het gebied van het huwelijksvermogensrecht. Met de wetswijziging blijft het voorhuwelijkse privévermogen nu in het bezit van de betreffende partner. Voorhuwelijkse schulden vallen ook buiten de gemeenschappelijke boedel. Net zoals erfenissen en schenkingen die de partners tijdens het huwelijk krijgen. Breederveld: ‘Alleen vermogen dat partners gezamenlijk hebben opgebouwd, wordt na de echtscheiding gedeeld.’De oude wet bestaat al sinds 1838. Vanaf 1900 zijn er verschillende initiatieven geweest om de reikwijdte van de gemeenschap van goederen in te perken. Die pogingen strandden keer op keer. Vooral de christelijke partijen waren steeds tegen. Ook het jongste initiatiefwetsvoorstel van Tweede Kamerleden Judith Swinkels (D66), Jeroen Recourt (PvdA) en Foort van Oosten (VVD) kreeg veel weerstand. De senatoren Marnix van Rij (CDA) en Anneke Wezel (SP) dienden er een motie tegen in. Maar met 38 tegen 37 stemmen heeft het wetsvoorstel het toch gehaald. ‘Dat de lotsverbondenheid nu is gekoppeld aan het huwelijk en niet meer aan de periode daaraan voorafgaand, dat vind ik het belangrijkste van dit wetsvoorstel,’ zegt Breederveld.Met de stelselwijzigingen sluit Nederland aan bij de internationale norm. Alleen Suriname en Zuid-Afrika hanteren nu nog zo’n uitgebreide uitleg van trouwen in gemeenschap van goederen. 
Bron: Advocatenblad, nieuws 28 maart 2017

10x lastig aan gescheiden ouders

Scheiden en het vaak daaropvolgend co-ouderschap, is tegenwoordig niets nieuws meer. Maar dat neemt niet weg dat het voor zowel ouders, als voor kinderen, lastig blijft. 

Voor haar artikel in het online magazine Mies Magazine interviewde Michèle de Vries een aantal tieners van gescheiden ouders. Uit de interviews bleek dat de tieners van gescheiden ouders deze tien dingen het lastigst aan co-ouderschap vinden:

  1. Heen en weer sjouwen

De tieners vinden het lastig om continue met hun spullen tussen twee verschillende huizen heen en weer te sjouwen. “Als je een bepaalde trui of broek aan wil, die dan nét niet bij papa of bij mama ligt… Of als je je scheenbeschermers in de auto van mama laat liggen, terwijl je net dat weekend bij papa bent om te hockeyen.” Dat kan voor tieners soms best een gedoe zijn.

  1. Geen vaste plek

Volgens de tieners is het ook lastig dat spullen geen vaste plek hebben. “Wij mogen bijvoorbeeld sommige dingen niet van mama naar papa meenemen of andersom. Super irritant als het om iets gaat dat je graag iedere dag gebruikt. Ik heb een laptop bij mijn vader staan, maar die mag niet mee naar mijn moeder. In de praktijk betekent het dat ik dus ook bij mijn moeder een computer nodig heb om huiswerk op te maken als ik bij haar ben.”

  1. Boodschapper spelen

“Ik haat het als ik de boodschapper moet zijn tussen mijn ouders. ‘Kun jij ….tegen je vader zeggen’ of  ‘Zeg even tegen je moeder dat ze… niet moet vergeten’. Dit vinden we ontzettend lastig. Ik zou zeggen: als praten niet gaat, e-mail dan met elkaar, of stuur een smsje maar vraag het aub niet aan ons!”

  1. Negatief over elkaar praten

Ook bleek uit de interviews dat veel ouders negatief over elkaar praten. “Dat jullie elkaar niet meer zo leuk, aardig of lief vinden, dat snappen we nu wel! Maar probeer geen slechte dingen over de andere ouder te zeggen waar wij bij zitten. Dat kwetst. Die andere ouder is óók onze ouder en het voelt dan alsof je ook iets slechts over ons zegt.”

  1. Feestdagen

Het is voor kinderen lastig om te bepalen bij welke ouder zij hun feestdagen vieren. “Voor sommigen van ons is het al vooraf bepaald waar we onze verjaardag, kerst, nieuwjaar, enzo vieren. Maar als jullie de keuze aan ons laten om te kiezen, zijn we bang dat we één van jullie kwetsen. Liefst vieren we zoveel mogelijk nog samen, zeker onze verjaardagen!”

  1. Andere huisregels

Kinderen van gescheiden ouders ervaren ook vaak andere regels bij hun ouders. “Bij mijn moeder mag ik na school niet gaan spelen bij vriendjes of omgekeerd. Zij wil dat ik dan mijn huiswerk maak en vindt het anders te druk. Bij mijn vader mag alles juist wel. Soms nodigt hij vrienden of vriendinnen voor mij uit zonder dat ik het weet. Ik vind het best wel lastig dat er bij mama thuis hele andere regels zijn dan bij papa. Ik moet iedere keer omschakelen en dat is erg irritant.”

  1. Niet willen kiezen

“Soms is er op een bepaalde dag zowel bij mama als bij papa thuis iets leuks te doen. Ik baal dan dat ik moet kiezen. Kinderen met getrouwde ouders hoeven dat niet, maar wij wel. We willen liever niet hoeven kiezen, maar doen dat toch en daarover voelen we ons schuldig achteraf.”

  1. Weinig rekening op school

Het blijkt ook dat op school weinig rekening wordt gehouden met kinderen van gescheiden ouders. “Ik baal ervan dat er op school weinig rekening wordt gehouden met kinderen van gescheiden ouders. Leerkrachten zouden moeten weten hoe moeilijk het soms is om al je spullen keurig bij elkaar te houden, of je huiswerk goed te maken. De switch-dagen zijn het ergst, omdat je dan ook extra moet bedenken wat er allemaal mee moet en wat niet. Ik ben al vaak een boek of schrift bij één van mijn ouders vergeten, de juf kon daar niet om lachen.”

  1. Twee paar ouders

Het kans soms lastig zijn om twee verschillende ouders te hebben. Een tiener vertelde aan Mies: “Soms hoor ik mijn vriendinnen zeggen dat ze mijn stiefmoeder zo leuk vinden. Ik vind haar niet leuk, dus ik wil dat echt niet horen. Ik snap niet hoe ze haar wél leuk vinden ook al kennen ze maar één kant van haar, want als ik alleen met haar ben is ze héél anders!” Andere tieners vinden daarentegen hun stiefouder juist weer leuker. “Ik vind mijn stiefmoeder juist leuk, ze maakt veel tijd voor mij en mijn broertje, doet leuke dingen met ons en luistert vaak naar onze verhalen. Soms zelfs meer dan papa.”

  1. Aandacht verdelen

En tenslotte waren alle tieners, volgens Mies, het erover eens dat je aandacht eerlijk verdelen tussen je vader en moeder heel erg lastig kan zijn. Kinderen voelen zich namelijk al snel schuldig als zij hierin keuzes moeten maken.

Dus lieve ouders die gescheiden zijn: lees deze lijst nog eens goed door en probeer rekening te houden met je kinderen. Lees ook over onze adviezen op co-ouderschap: 4 tips voor succesvol co-ouderschap

Bron: Mies Magazine.com

 

Gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging): normen 2017

Als u recht hebt op een tegemoetkoming in de advocaatkosten geldt: hoe hoger uw inkomen is, hoe hoger uw eigen bijdrage is, dus hoe meer u zelf moet betalen. Bij de beoordeling van uw aanvraag om een bijdrage in de kosten (deze zal uw advocaat voor u indienen bij de Raad voor Rechtsbijstand), gaat de Raad uit van uw inkomen en vermogen van twee jaar vóór het huidige jaar (dus voor een aanvraag in 2017 is het peiljaar 2015). De gegevens krijgt de Raad van de Belastingdienst. U heeft geen recht op een tegemoetkoming wanneer uw verzamelinkomen hoger is dan € 26.400 (voor alleenstaanden) of € 37.300 (voor gehuwden, samenwonenden of eenoudergezin met minderjarig kind) of uw vermogen boven het vrijgestelde bedrag van € 21.139. Doet u geen belastingaangifte, dan wordt uitgegaan van uw belastbare inkomen.

Eigen bijdrage in het personen- en familierecht

In het personen- en familierecht gelden aparte eigen bijdragen:

Alleenstaand Normen 2017 Gehuwd, samenwonend of eenoudergezin
Fiscaal jaarinkomen in het peiljaar Eigen Bijdrage Fiscaal jaarinkomen in het peiljaar
t/m € 18.700 € 340 t/m € 26.000
€ 18.701 – € 19.400 € 412 € 26.001 – € 27.000
€ 19.401 – € 20.400 € 566 € 27.001 – € 28.300
€ 20.401 – € 22.300 € 720 € 28.301 – € 31.500
€ 22.301 – € 26.400 € 849 € 31.501 – € 37.300
Boven de € 26.400 Aanvrager komt niet in aanmerking voor een toevoeging Boven de € 37.300

Verlaging van de eigen bijdrage: Laat uw financiële situatie in 2017 niet toe dat u de vastgestelde eigen bijdrage op basis van het inkomen in het peiljaar kunt betalen? Dan komt u wellicht in aanmerking voor verlaging van de vastgestelde eigen bijdrage naar een lager bedrag.

Korting: Wanneer het Juridisch Loket (telefoonnummer: 0900 – 8020) een diagnosedocument heeft opgesteld en de Raad een toevoeging verleent, krijgt u een korting van € 53,- op de eigen bijdrage.

Vermogenstoets: Er bestaat geen recht op gesubsidieerde rechtsbijstand als het vermogen in box 3 in 2015 (het peiljaar) hoger is dan het van toepassing zijnde heffingsvrij vermogen.

Vrijgesteld per persoon
2015 (het peiljaar) € 21.330

 

Resultaatsbeoordeling en intrekking toevoeging: Als na afloop van de zaak blijkt dat het resultaat van de zaak voor u meer bedraagt dan de helft van het heffingsvrij vermogen, wordt uw toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand met terugwerkende kracht ingetrokken. Het resultaat van de zaak is het nettobedrag dat u ontvangt, bijvoorbeeld van uw ex-partner wegens overbedeling bij echtscheiding of uit de opbrengst van de verkoop van de echtelijke woning. De maandelijkse alimentatie wordt niet beschouwd als resultaat van de zaak. Wel de verkoopopbrengst van een woning die nog niet direct is verkocht of waarvan u een aandeel in de overwaarde pas over enkele jaren zult ontvangen.

Bij de resultaatsbeoordeling wordt voor de hoogte van het heffingsvrij vermogen uitgegaan van het jaar waarin de zaak eindigt. Daarvan is dus de helft (50%) vrijgesteld. In 2017 is het heffingsvrij vermogen € 25.000,- per volwassene. De helft hiervan is € 12.500.

Meer informatie vind u op de website van de Raad voor Rechtsbijstand of u kunt contact met ons opnemen.

Rechters: andere aanpak vechtscheidingen

Om kinderen bij vechtscheidingen te beschermen passen familierechters hun werkwijze aan. Initiatieven die bij verschillende rechtbanken zijn ontwikkeld en goed blijken te werken, worden volgend jaar landelijk ingevoerd. Een belangrijke verandering is dat altijd een regierechter wordt aangewezen, die alle geschillen rondom de scheiding behandelt.

Ook streeft de Rechtspraak naar een andere scheidingsprocedure, waarbij ouders gezamenlijk hun problemen aan de rechter voorleggen. Op die manier wordt hun conflict niet onnodig aangewakkerd.

Zo’n 70.000 kinderen maken jaarlijks de scheiding van hun ouders mee, met alle praktische, financiële en emotionele gevolgen van dien. Bij ongeveer 20 procent van de gezinnen verloopt dat niet goed. Ouders worden het niet eens over zorg voor de kinderen of de alimentatie of ze houden zich niet aan afspraken, wat kan leiden tot steeds nieuwe procedures.

Verbeteringen

Kinderen raken in zo’n situatie vaak blijvend beschadigd, vooral als de strijd via hen wordt uitgevochten. Om te voorkomen dat de gang naar de rechter daaraan bijdraagt, hebben rechters een visiedocument opgesteld waarin een reeks voorstellen staat om hun werkwijze te verbeteren. Daarbij staat het belang van het kind altijd voorop. Een aantal van die vernieuwingen wordt momenteel al op proef in de praktijk gebracht en door wetenschappers gevolgd. De Raad voor de rechtspraak heeft geld vrijgemaakt om geslaagde pilots landelijk in te voeren.

Regierechter

Een belangrijke verandering is dat altijd een regierechter wordt aangewezen, die alle geschillen rondom de scheiding behandelt, of het nu gaat om boedelscheiding of de verdeling van de zorg voor de kinderen. De rechter praat met de ouders en de kinderen en verzamelt zoveel mogelijk informatie. Zo krijgt de rechter een goed beeld van wat er allemaal speelt in een gezin en wat er nodig is om dat snel en goed op te lossen.

Afspraken over hulp

In Noord-Nederland hebben familierechters afspraken gemaakt met hulpverleners en gemeenten over de hulp die ouders en kinderen kunnen krijgen. Daardoor kunnen zij mensen gericht doorverwijzen en staat vooraf al vast dat de gemeente die hulp financiert. Dat scheelt heel veel tijd en vergroot de kans dat mensen op de juiste plek terechtkomen. De Rechtspraak wil dat zo’n uniform hulpaanbod overal in het land beschikbaar komt.

Belangenbehartiger voor het kind

Bij de rechtbank Zeeland-West-Brabant is veel ervaring opgedaan met de inzet van gedragsdeskundigen (psychologen, orthopedagogen) die als ‘bijzondere curator’ de belangen van het kind behartigen. De Rechtspraak wil ook daar landelijk mee verder, maar moet eerst afspraken maken over de financiering.

Bron: geciteerd van online magazine Mr.: door redactie Mr.

Indexering alimentatie 2017 vastgesteld op 2,1%

Indien de te betalen bijdrage niet wordt verhoogd met het indexeringspercentage, heeft de alimentatiegerechtigde de mogelijkheid om deze verhoging met terugwerkende kracht, tot 5 jaar terug, te incasseren. Indien de indexering enkele jaren niet wordt nageleefd, kan dit dus tot een hoge vordering leiden. De alimentatiegerechtigde heeft niet de plicht om de alimentatieplichtige erop te wijzen dat de indexering moet worden toegepast. De alimentatieplichtige moet dus zelf, ook indien hij daartoe geen verzoek heeft ontvangen, de te betalen bijdrage met ingang van 1 januari verhogen.

 

Indexering 2007-2017 in percentages

2007 2008 2009 2010 2011 2012 2013 2014 2015 2016 2017
1,8 2,2 3,9 2,3 0,9 1,3 1,7 0,9 0,8 1,3% 2,1%

 

Wilt u weten of voor uw situatie de kinderalimentatie en/of partneralimentatie nog wel up-to-date is? VZ Advocaten biedt u de mogelijkheid om uw alimentatie te laten herberekenen en een schriftelijk advies te krijgen voor een vast bedrag van slechts € 275,- (excl. btw). Neem voor meer informatie hierover contact met ons op.

 

“Het belang van het kind staat voorop”. Ombudsvrouw pleit voor samenwerking tijdens echtscheidingsprocedure.

Kinderombudsvrouw Magrite Kalverboer gaat met verschillende deskundigen onderzoeken hoe de samenwerking van professionals een plek kan krijgen tijdens een echtscheidingsprocedure. Dat zegt Kalverboer in een interview met hetAdvocatenblad. ‘Op dit moment wordt een echtscheiding gefragmenteerd benaderd. De school, de huisarts, het wijkteam, ze hebben allemaal een beetje informatie.’

Als ouders gaan scheiden, zouden we misschien moeten afspreken dat professionals informatie mogen delen met elkaar, zegt de Kinderombudsvrouw die op 22 april van dit jaar aantrad. ‘Ik weet dat we te maken hebben met privacywetgeving, maar zo kan er een duidelijk beeld ontstaan welke zorg of diensten een gezin nodig heeft.’

Het huidige ouderschapsplan, waarin ouders afspraken maken over de omgang met het kind, de opvoeding of het betalen van alimentatie, wordt volgens Kalverboer vaak onvoldoende serieus genomen. Daarom stelt ze voor om helemaal aan het begin van een echtscheidingsprocedure, nog voordat er advocaten in zicht zijn, een ‘kind assessment’ te doen.

Haar voorganger Marc Dullaert pleitte in zijn rapport ‘Verkenning naar de kindvriendelijke advocatuur’, over de rol van de advocaat als preventieve schakel bij (v) echtscheidingen, voor de introductie van een ‘gezinsadvocaat’. De Kinderombudsvrouw heeft geen bezwaar tegen een praktijkproef. ‘Ik heb begrepen dat kinderen zelf hebben aangegeven dat ze dat graag willen.’ Tegelijkertijd geeft ze aan dat je ook met twee advocaten zou kunnen blijven werken. ‘Zolang ze allebei maar dezelfde belangbepaling als uitgangspunt nemen.’

Het belang van het kind moet volgens de Kinderombudsvrouw voorop staan tijdens echtscheidingen, maar ook tijdens andere procedures. Kalverboer verwijst naar het VN-Kinderrechtenverdrag, dat daar heel duidelijk over is. Nederland heeft dat verdrag wel geratificeerd, maar nog niet omgezet in regels, constateert ze. Ze gaat zich ervoor inzetten dat er besluiten rond kinderen worden genomen, op een manier die het Kinderrechtencomité voorstaat.

Bron: Advocatenblad, 6 september 2016

Gesubsidieerde rechtsbijstand (toevoeging): normen 2016

Inkomensnormen 2016
Wanneer u recht hebt op een tegemoetkoming in de advocaatkosten, geldt: hoe hoger uw inkomen in het peiljaar (voor een aanvraag in 2016 is dat het peiljaar 2014), hoe meer u zelf moet betalen. U heeft geen recht op een tegemoetkoming wanneer uw verzamelinkomen hoger is dan € 26.000 (voor alleenstaanden) of € 36.800 (voor gehuwden, samenwonenden of eenoudergezin met minderjarig kind) of uw vermogen boven het vrijgestelde bedrag van € 21.139. Doet u geen belastingaangifte, dan wordt uitgegaan van uw belastbare inkomen.

Tabel eigen bijdragen personen- en familierecht 2016

In het personen- en familierecht gelden aparte eigen bijdragen.

 

Alleenstaand Gehuwd, samenwonend of eenoudergezin
Fiscaal jaarinkomen Eigen bijdrage Fiscaal jaarinkomen
t/m € 18.400 € 340 t/m € 25.600
€ 18.401 – € 19.100 € 412 € 25.601 – € 26.600
€ 19.101 – € 20.100 € 566 € 26.601 – € 27.900
€ 20.101 – € 22.000 € 720 € 27.901 – € 31.100
€ 22.001 – € 26.000 € 849 € 31.101 – € 36.800
Boven de € 26.000 Aanvrager komt niet
in aanmerking voor een toevoeging
Boven de € 36.800

Hardheidsclausule

Laat uw financiële situatie niet toe dat u deze eigen bijdrage kunt betalen? Dan komt u wellicht in aanmerking voor verlaging naar de eigen bijdrage die voor de overige toevoegingen geldt.

Korting
Wanneer het Juridisch Loket (telefoonnummer: 0900 – 8020) een diagnosedocument heeft opgesteld en de Raad een toevoeging verleent, krijgt u een korting van € 53,- op deze eigen bijdrage.

Vermogenstoets

Er bestaat geen recht op gesubsidieerde rechtsbijstand als het vermogen in box 3 in 2014 (het peiljaar) hoger is dan het van toepassing zijnde heffingvrij vermogen.

 

Vrijgesteld per persoon
2014 (het peiljaar) € 21.139

 

Bij 65+ geldt nog een extra heffingvrij vermogen van maximaal € 27.984.

In 2016 geldt:

Vrijgesteld per persoon
2016 € 24.437

 

Resultaatsbeoordeling en intrekking toevoeging

Als na afloop van de zaak blijkt dat het resultaat van de zaak voor u meer bedraagt dan de helft van het heffingsvrij vermogen, wordt uw toevoeging door de Raad voor Rechtsbijstand met terugwerkende kracht ingetrokken. Het resultaat van de zaak is het nettobedrag dat u ontvangt, bijvoorbeeld van uw ex-partner wegens overbedeling bij echtscheiding of uit de opbrengst van de verkoop van de echtelijke woning. De maandelijkse alimentatie wordt niet beschouwd als resultaat van de zaak. Wel de verkoopopbrengst van een woning die nog niet direct is verkocht of waarvan u een aandeel in de overwaarde pas over enkele jaren zult ontvangen.

Bij de resultaatsbeoordeling wordt voor de hoogte van het heffingsvrij vermogen uitgegaan van het jaar waarin de zaak eindigt. Daarvan is dus de helft (50%) vrijgesteld. In 2016 is het heffingsvrij vermogen € 24.437,- per volwassene. De helft hiervan is € 12.218,50.

Meer informatie vind u op de website van de Raad voor Rechtsbijstand of u kunt contact met ons opnemen.

 

Indexering alimentatie 2016 vastgesteld op 1,3%

Ingevolge de wet, artikel 1:402a BW, dient kinder- en partneralimentatie jaarlijks te worden verhoogd met een door de overheid vastgesteld indexeringspercentage. De hoogte van het indexeringspercentage is afhankelijk van de economische ontwikkelingen en wordt ieder jaar opnieuw bepaald. Het indexeringspercentage voor 2016 is vastgesteld op 1,3%. Met ingang van 1 januari 2016 dient de te betalen kinder- en partneralimentatie dan ook te worden verhoogd met 1,3%.

Indien de te betalen bijdrage niet wordt verhoogd met het indexeringspercentage, heeft de alimentatiegerechtigde de mogelijkheid om deze verhoging met terugwerkende kracht, tot 5 jaar terug, te incasseren. Indien de indexering enkele jaren niet wordt nageleefd, kan dit dus tot een hoge vordering leiden. De alimentatiegerechtigde heeft niet de plicht om de alimentatieplichtige erop te wijzen dat de indexering moet worden toegepast. De alimentatieplichtige moet dus zelf, ook indien hij daartoe geen verzoek heeft ontvangen, de te betalen bijdrage met ingang van 1 januari verhogen.

Wilt u weten of voor uw situatie de kinderalimentatie en/of partneralimentatie nog wel up-to-date is? VZ Advocaten biedt u de mogelijkheid om uw alimentatie te laten herberekenen en een schriftelijk advies te krijgen voor een vast bedrag van slechts € 250,- (excl. btw). Neem voor meer informatie hierover contact met ons op.